Groep 7 Obs De Violier
 
(Advertentie)
(Advertentie)
Taal actief ondersteunt taalontwikkelend onderwijs op een uitdagende manier. De methode doet dit bij spelling volgens negen uitgangspunten: - kinderen uitdagen - intentioneel sturen - strategisch leren - leerdoel als leidraad - actief (re)construeren - gedifferentieerd werken - expliciet reflecteren - opbrengsgericht werken - domeinspecieke didactiek
(Advertentie)
Taal actief heeft een vaste opbouw en structuur, die van grooep 4 t/m 8 steeds hetzelfde blijft. Het leerjaar begint met een instapweek en eindigt met een uitstapweek. Daartussen zitten acht thema's van elk vier weken. Van de vier themaweken zijn de eerste drie weken gevuld met basisinstructie en gedifferentieerd oefenen. Week 4 is er voor de differentiatietaken n.a.v. de toetsresultaten. Na elke twee thema's, na acht weken dus, is er een parkeerweek. De twee thema's plus parkeerweek vormen samen een zg. blokperiode. Deze blokperiodes kunnen gebruikt worden om groepsoverzichten en groepsplannen op te stellen in het kader van opbrengstgericht werken. Tijdens de instapweek wordt het instapdictee afgenomen. Aan de resultaten van het dictee kunt u zien welke spellingcategorieën nog een keer moeten worden aangeboden om de kinderen een goede start te laten maken met het nieuwe schooljaar. Tijdens de instapweek kunt u ook het instapspel spelling aanbieden. Invulling van de parkeerweken: - uitloop in het lesprogramma - afname van niet-methodegebonden toetsen - afname van de parkeerweekdictees - herhaling van leerstof uit voorafgaande thema's - diverse lessuggesties op MijnMalmberg.nl Het parkeerweekdictee toetst de spellingcategorieën van de vier voorgaande thema's. In de uitstapweek wordt het uitstapdictee afgenomen. De resultaten van het dictee laten goed zien wat de kinderen over het hele jaar hebben geleerd. In de uitstapweek kunt u ook het uitstapspel aanbieden. In dit spel grijpen de kinderen terug op de spellingcategorieën die het afgelopen jaar zijn behandeld. Elke basisweek heeft twee instructielessen van 20 min. en twee lessen zelfstandig werken van 20 min. Week 4 begint met een woordendictee, waarna drie differentiatielessen volgen. Het thema wordt afgesloten met een zinnendictee
Taal actief spelling sluit volledig aan bij de kerndoelen en referentieniveaus. Het hoofddoel van Taal actief spelling is dat de kinderen op een strategische wijze de woorden correct kunnen schrijven. Om dit te bereiken zijn er vijf subdoelen: - U leert de kinderen om de woorden uit de basiswoordenlijst spelling van Taal actief van groep 4 t/m 8 correct te schrijven. - U leert de kinderen strategieën aan om zich de schrijfwijze van de woorden eigen te maken. - U leert de kinderen vaardigheden om niet eerder aangeboden woorden toch correct te schrijven. - U leert de kinderen zich bewust te zijn van de spellingproblemen, de aanpak van de spellingproblemen en de controle op de juistheid van de schrijfwijze. - U realiseert dat de kinderen gemotiveerd en bereid zijn om woorden correct te schrijven volgens de spellingregels van de Nederlandse taal.
In de leerling spelling leren kinderen om gericht strategieën toe te passen bij het schrijven van woorden. Drie hoofdstrategieën staan centraal. - Luisterstrategie: schrijf het woord op zoals je het hoort. - Regelstrategie: pas de regel toe die bij dit probleem hoort. - Weetstrategie: leer het woord uit je hoofd.
(Advertentie)
Er zijn twee soorten lessen. - Les 1: leerkrachtgebonden: introductie - instructie - oefendictee - Les 2: zelfstandig werken (verlengde instructie) - zelfstandig werken - reflectie
Taal actief spelling bestaat uit een leerlijn onveranderlijke woorden en een leerlijn werkwoorden. De leerlijn onveranderlijke woorden bevat 38 spellingcategorieën die in 3 strategieën zijn onderverdeeld. De werkwoorden zijn verdeeld in 10 categorieën.
(Advertentie)
(Advertentie)
Oefendictee: elke instructieles eindigt met een kort dictee. Dit dictee bestaat uit acht woorden (vier van de nieuwe categorie en vier van de "opfriscategorie"). Vier nieuwe woorden: - alles goed dan werken op ** en *** - vervolg na "niet alles goed" verlengde instructie, * en ** Vier opfriswoorden: klassikaal nabespreken